Ik hoorde weer dat schelle geluid. Opende mijn ogen en het voelde alsof ik aan mijn bed genageld was. Alles in mij zei: ‘’Blijf liggen, doe alsof er niets is.’’ Maar helaas, ik moet eruit. Te lang liggen snoozen, nu moet ik opschieten. Ik laat mezelf het bed uit glijden alsof ik semi-vloeibaar ben.

De rest van de dag voel ik mij energieloos. Mijn lichaam wil niet en mijn hoofd is afwezig. Mijn concentratie is ver te zoeken en ik ben snel geïrriteerd. De training van vandaag cancel ik zeker. En dat allemaal door één gebroken nacht.

Je nachtrust heeft enorm veel invloed op je welzijn, je energie en geheugen[2]. Tijdens je slaap herstel je van de dag. Allerlei herstelprocessen vinden dan plaats; van je spieren tot de verwerking van je belevenissen.

Iedereen kent wel die nacht met weinig slaap en de gevolgen voor de volgende dag. Bedenk dan maar eens wat dit met je doet als je nachten er altijd zo uit zien.

Kanker en haar behandelingen hebben vaak een negatieve invloed op de nachtrust.

Er is zelfs een relatie tussen een slechte nachtrust en diabetes, overgewicht, kanker, hart- en vaatziekten, depressie en sterkere pijnsensatie.[2][3] Slaap is een serieuze zaak.

Kanker en haar behandelingen hebben vaak een negatieve invloed op de nachtrust. Kankerpatiënten hebben gemiddeld drie keer zoveel slaapproblemen als de norm.[1] Vaak komt dit door een combinatie van de behandelingen, de fysieke en de emotionele stress die patiënten ondergaan. Andersom zorgen slaapproblemen voor een minder effectieve behandeling en versterkt het fysieke en emotionele stress.[3]

De prijs van je gezondheid is niet te bepalen, maar een goede nacht is goud waard. Je kunt je leven dus aardig verrijken door een betere nachtrust. Daarom hier 5 tips om slapend rijk te worden:

1. Stop met snoozen – Het is het beste om van nature wakker te worden. Word je toch gewekt door je wekker, blijf dan wakker. Op het moment dat je snoozed, val je vaak direct weer in een diepe slaap. Gaat de wekker weer, dan moet je opnieuw van ver komen. Je bent dan vermoeider en loopt de hele dag achter de feiten aan.

2. Vermijd schermen – Tegenwoordig staart iedereen naar zijn telefoon, tablet of tv voor het slapen gaan. Het blauwe licht van de schermen vermindert de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Hierdoor val je later en moeilijker in slaap. Wist je dat melatonine ook een rol speelt bij de remming en vermindering van tumoren?[2]

3. Houd ritme – Zorg ervoor dat je een vast ritme aanhoudt. Mensen slapen ‘s nachts en zijn overdag actief. Probeer op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan. Zo weet je lichaam wanneer het moet slapen en zal het op tijd melatonine produceren. Slaap overdag als het echt nodig is, maar zorg ervoor dat het je nachtelijke slaap niet verstoord.

4. Ga sporten – Sporten verbetert je nachtrust, ook bij mensen die met kanker te maken hebben[2]. Na inspanning wordt er adenosine aangemaakt, een hormoon dat aangeeft dat je moe bent en moet gaan slapen. Sporten zorgt daardoor dat je beter en langer slaapt.

5. Relax – Om in slaap te vallen moet je ontspannen zijn. Dit kun je doen door ‘s avonds een rondje te lopen, een boek te lezen of een ademhalingsoefening te doen. Vermijd dingen die je activeren, zoals een zwaar gesprek. En kijk dus niet naar die nieuwe actie-thriller op je grote blauwe lichtbron van Samsung.

Wil je weten hoe je jouw nachtrust kan verbeteren? Plan dan een persoonlijke assessment. Dan zoeken we het samen uit!

Bronnen

1. Chen, D., Yin, Z., & Fang, B. (2018). Measurements and status of sleep quality in patients with cancers. Supportive care in cancer : official journal of the Multinational Association of Supportive Care in Cancer, 26(2), 405–414.
2. Medysky, M. E., Temesi, J., Culos-Reed, S. N., & Millet, G. Y. (2017). Exercise, sleep and cancer-related fatigue: Are they related?. Neurophysiologie clinique = Clinical neurophysiology, 47(2), 111–122.
3. Redeker, N. S., Pigeon, W. R., & Boudreau, E. A. (2015). Incorporating measures of sleep quality into cancer studies. Supportive care in cancer : official journal of the Multinational Association of Supportive Care in Cancer, 23(4), 1145–1155.